De eerste keer in de Champagnestreek was voor mijn werk en we reden van Troyes, via Sézanne (waar we een opdracht hadden), richting Reims. Ik was onder de indruk van het landschap en ook al was het midden winter het gaf op mij een onvergetelijke indruk. Thuis gekomen erover verteld en die zomer 2 weken Champagnestreek geboekt.
1e week was in het kleine plaatsje “Boulages”, in een gites die ruim genoeg was voor 4 personen. Het is een boerendorp, met +/- 220 inwoners , waar geen winkels of andere openbare gelegenheden waren buiten de dorpskerk.
Rondom het dorp zijn veel graanvelden en een klein natuurgebied waar het mooi wandelen of mountainbiken is.
Troyes, Provins, Parc naturel régional de la Forêt d’Orient zijn goed te bereiken vanuit Boulages.
Troyes
Een mooie stad die zeker een dagtrip waard is. We hebben daar een stadswandeling gedaan, kaartje gehaald bij het “Troyes Champagne Tourism”.
De vakwerkhuizen en de kleine staatjes nodigen uit om te ontdekken wat er allemaal is. Het bekenste straatje “Rle des Chats” is een smalle steeg in het centrum.
We hebben heerlijk gegeten bij “Restaurant de l’Alhambra” (4,4 bij Google) die een Arabische keuken hebben en je verrast wordt door de oosterse smaken. Vooral hun lamsgerechten staan ze om gekend.
Provins
Wen middeleeuwse stad met oude stadsmuur waarvan het oude deel toeristisch is maar zeer de moeite waard om te bezoeken.
Per toeval vonden wij vlakbij de “Collegiate Saint-Quiriace” een gratis parkeerplek en konden van daaruit de stad goed bezoeken.
We wandelde een uitgebreide stadswandeling die rondom de stadsmuur gaat en via de de stadswallen het oude centrum weer ingaat.
Naast het oude deel is het de moeite waard om ook de “Église Saint-Ayoul” te bezoeken om de zeer mooie glas en lood ramen en “Prieuré Saint-Ayoul” voor de binnentuin met Franse vlaggen.
Wikipedia: In Provins vond vroeger een van de grootste jaarmarkten van Champagne plaats. Dit was in de tijd dat de stad beschermd werd door de hertogen van Champagne. Provins werd vanwege de historie van de middeleeuwse jaarmarkten in 2001 toegevoegd aan de werelderfgoedlijst van UNESCO.
Parc naturel régional de la Forêt d’Orient
In deze week hebben we diverse rondritten gemaakt om het landschap maar ook de natuur te ontdekken. “Parc naturel régional de la Forêt d’Orient” is de moeite waard om daar eens heen te rijden. Onderweg naar het meer kun je via “Moulin de Dosches” en het plaatsje “Dosches” doorwandelen.
Er loopt een weg (D43) tussen de meren door en aansluitend zijn wij rond het gedaan rondom het zuidelijke meer gereden. Je kan daar ook vele wandelingen doen, vogels bekijken maar daar is één week te kort om alles te doen, en naast de uitstappen genieten we ook van een BBQ in de tuin, lekker relax en wat lezen in alle rust.
Week 2
Voor de 2e week verhuisde we naar Avize, bij een gastenverblijf van een wijnmaker met uitzicht op de heuvels van Cramant (het kasteel en wijnvelden van Moët & Chandon). Een totaal andere beleving en omgeving dan in Boulages waar we tussen de graanboeren zaten. De hoeveelheid wijnhuizen en de opgedeelde wijngaarden zijn zo anders en mooi om te zien.
We hebben diverse wijnboeren bezocht o.a. bij een jonge wijnmaker (Michel Testulat) die op punt stond het bedrijf over te nemen van zijn ouders. We waren op dit adres gekomen omdat we hadden gezien dat diverse wijnmakers de deuren open hadden voor toeristen voor rondleidingen en proeverij.
Het bedrijf was gemoderniseerd om heb de kans te geven het bedrijf verder te zetten. Zeer lieve mensen die ons een uitgebreide rondleiding gaven. Natuurlijk proeven en iets kopen is een onderdeel van de rondleiding en de moeite die zij erin staken. Het zijn heerlijke champagnes, niet te complex van smaken.
Onze gastvrouw Waris-Larmandier, een familiebedrijf, zijn biologische, heerlijke champagnes met en verhaal. De gastvrouw ontwerp zelf de etiketten en met de smaak van de champagne proberen ze zicht te onderscheiden van de vele andere wijnboeren.
Te bezoeken waard: natuurlijk diverse champagnehuizen, Épernay (o.a. de markt), Hautvillers (De Abbaye Saint-Pierre d’Hautvillers is de laatste rustplaats van de monnik Dom Pérignon), Le Mesnil-sur-Oger (één van de mooiste dorpen in deze omgeving en goed restaurant: La Gare) en Bergères-lès-Vertus.
Een weekenduitstap naar de Champagnestreek. De dorpje Le Mesnil-sur-Oger is een mooi fleurig dorpje tussen Bergères-lès-Vertus en Avize (aan de weg D9). Goed gelegen om een uitstap te doen en de “Côte des Blancs” te ontdekken.
Vrijdags vertrokken en op weg er naartoe zijn we gestopt in Laon met de kathedraal die je al van ver ziet staan. De kathedraal is een van de grootse en oudste in Frankrijk en het bezoeken waard. Naast de kathedraal is een straatje met beschilderde muren en restaurantjes.
Nadat we goed gegeten hadden bij “Le Passage au Verre”, vlak naast de kathedraal, zijn we binnendoor verder gaan rijden naar Épernay en uiteindelijk Le Mesnil-sur-Oger. Een mooie rit met wisselend landschap van graanvelden en bossen waar je langzaam de champagnestreek binnenrijd en de wijnvelden verschijnen.
De zaterdag zijn we naar de wekelijkse markt geweest in Épernay. Terwijl de dames rondliepen ben ik gaan fotograferen en proberen met een iets langere sluitertijd beweging in de mensen te krijgen. Vooral ook een lust voor het oog zijn de groentekramen en de paddenstoelenverkoper.
In Le Mesnil-sur-Oger hebben we een rondleiding gehad in de corporatie wijnperserij in het dorp zelf, ze waren net klaar voor die dag met persen. Van de buitenkant heb je geen idee hoe groot het daarbinnen is. De Een hectolitertank na de andere. Ook de uitleg van het wijn maken was zeer uitgebreid en door een vriendelijke meneer die alle moeite deed om het in het Engels te vertellen.
De tweede dag hebben we een rondrit gemaakt door de streek. De route du champagne proberen te volgen maar doordat niet altijd de borden even duidelijk aangegeven staan hebben we er onze eigen route van gemaakt in ons boek. 🙂
Niet alleen een mooie oude kerk maar ook gekend vanwege het mooie uitzichtpunt en standbeeld van Paus Urbanus II
Zondag, net voor vertrek naar België een champagneproeverij gedaan. Champagnehuis “Champagne Bonnet-Gilmert” gaf ons een korte rondleiding en proeverij. De kleinere wijnhuizen maken zeer goede en betaalbare champagnes die vaak beter zijn dan de hele gekende huizen. Hun “Rosé de Saignée” is het kopen waard. De manier van maken van de rosé is verschillend tegenover de standaard manier van wit en rood mixen. Het is een verfijnde methode waar de rode en witte druiven na de persing in hetzelfde vat vergisten. Dit is een moeilijkere en risicovollere methode maar de smaak is dan ook uitzonderlijk.
Wikipedia: Rosé de saignée is een Franse term uit de wijnbouw. Letterlijk betekent het zoiets als "roze uit bloed". Wanneer van een wijn staat vermeld dat deze "saignée" is betekent dat dat men de druiven heeft laten "bloeden". Het is een verfijnde methode om rosé te maken. Het oogmerk is concentratieverhoging van de most in de kuipen. Die bereikt men door een deel van de blauwe druiven uiterst voorzichtig, het gaat "druppel voor druppel", te persen en gescheiden van de resterende most te vinificeren. Voor dit doel wordt ook het eerste druivensap uit de gistingskuip, sap dat door het gewicht van de trossen vrijkomt nadat de druiven in de kuip zijn gestort, gebruikt. De methode is kostbaarder en bewerkelijker dan het uitpersen en vinificeren van rood en wit sap dat daarna wordt gemengd tot een eenvoudige rosé